Alles loopt tegen, maar je moet door

Het begint ’s morgens als je opstaat. Je doet een beweging om je bed uit te stappen en het schiet in de rug. Vervolgens hijs je je omhoog en stoot je met je kleine teen tegen de openstaande kastdeur die je nog niet heb gezien in het donker. Als je het licht aandoet, blijken twee van de drie lampjes kapot te zijn. Je wilt je tanden poetsen, maar na het oprollen van de tube blijkt dat er nauwelijks een drup tandpasta uitkomt. Je gaat je douchen en wil je haar wassen, maar je pakt de kleurspoeling in plaats van de shampoo. Je kleedt je aan, maar kunt de riem niet goed door de lussen heen halen.

Je stapt op je fiets, maar het giet van de regen. Zeiknat kom je aan op je werk en er begint meteen een saaie vergadering. Je krijgt met je collega’s gelijk onderuit de zak van je baas. Als je achter je bureau kruipt, gaat de telefoon en word je verrot gescholden door een waanzinnige klant. Vervolgens doe je de computer aan, die aangeeft dat je wachtwoord verlopen is. Je pakt je eerste plak brood uit de trommel en ziet dat daar beweging in zit. Je wilt je eerste peuk roken, maar dat moet buiten bij windkracht acht, dus je vuuraansteker krijg je niet aan, omdat er te weinig gas in zit.

Na drie uur hard werken, klik je even De Telegraaf aan op de pc om te kijken of er nieuws is, als net de baas achter je staat en vraagt: ‘Heb je niks anders te doen?’ Als je naar huis gaat, heb je weer wind tegen en het regent nog steeds. Je trekt de koelkast open en ziet niks anders dan een bedorven salade van drie dagen terug. Je zit op de bank om tv te kijken, maar de batterijen van de afstandsbediening werken niet. Na handmatig de tv aangezet te hebben, blijf je noodgedwongen de hele avond naar dezelfde zender kijken waar items als ‘opsporing verzocht’, ‘de deurwaarder aan huis’, ‘de ombudsman’ en een reportage over een lekkende kerncentrale voorbij komen.

Om tien uur heb je het gehad en ga je zonder je tanden te poetsen en de wc-bril te hebben ondergeplast op bed. Het licht hoef je niet meer uit te doen, want het laatste lampje is ook al stuk. Je trekt het dekbed over je heen, maar die schiet door en je benen liggen bloot.

Zo moet je je ongeveer voelen als je een jong talent bent uit de eigen opleiding, die bij een wissel wordt uitgefloten door een deel van je eigen supporters. Zo voelde ik mij ook.

John Schurer,
Voorzitter Supportersvereniging FC Groningen