Henkie

Hij heette Henkie, een harde werker, was nooit ziek, ging met plezier naar zijn werk en maakte uren waar anderen nog een puntje aan konden zuigen. Hij viel goed tussen zijn collega’s, hielp iedereen die het maar vroeg en naast zijn werk deed hij nog meerdere sociale dingen zoals vrijwilligerswerk.

Op een gegeven moment werd Henkie ziek. Het begon met kleine dingen. Verkouden, buikklachten, pijn in al zijn spieren, de vrolijkheid viel weg. Elke week ging het wat minder. Wat er precies aan de hand was, was niet duidelijk. Maar dat het bergafwaarts ging was wel duidelijk. Henkie ging fouten maken. Ook dat werd elke week meer. Henkie werd onzeker. Ook de buitenwacht, waar Henkie veel mee te maken had vanwege zijn werk, begon te morrelen.

Zo ook Johan, een simpele boerenkoolwerker, die zich opgewerkt had als blaadjesverkoper te midden van de Privé en Story bij de AH en het Kruidvat en die Henkie al vanaf het begin niet mocht; dat liet hij regelmatig horen. Eerst geniepig en klein, maar uiteindelijk maakte hij het steeds groter. O ja, hij zei alleen maar wat hij zag, maar dat was het niet alleen. Johan had het als simpele boerenkoolwerker nooit zover gebracht als Henkie. Mijn vader zei, die Johan zat meer op de bank bij Veendam met zijn handen bij het potlood dan dat hij werkelijk deelnam aan dat wat zijn collega’s deden.

Maar Johan was niet te stoppen. Dit was zijn kans. Het ging niet meer om het werk, nee Johan wilde ook de mens Henkie stuk hebben. Want Henkie had in zijn carrière, wat Johan altijd graag had gewild, al veel meer bereikt. Johan moest het van zijn vriendjes hebben, het gekwijl van een klein select gezelschap. Stoer en groot doen naar de buitenwereld en zeggen dat hij er verstand van had. Ondertussen zijn vriendjes, die hij door de jaren om zich heen had verzameld, zijn arm diep in de hol brengend.

En Johan had het voor elkaar. Iedereen riep Johan na. Groots vertelde Johan dat hij gelijk had. Hij had zich bewezen. Samen met zijn vriendje Flip verkneukelen ze zich om de problemen van Henkie. En ze scoorden, geweldig. Ze vielen zelfs in de prijzen. Maar de collega’s van Henkie zagen de trieste verhalen van Johan. Ze wisten wat ze aan Henkie hadden gehad. Oké, Henkie had problemen, maar ze lieten hem als mens nooit vallen. Gewoon omdat het met respect te maken heeft.

Maar er is één verschil, Johan als een simpele boerenkoolwerker praat achter een bureautje en Henkie loopt zijn collega’s tegemoet in het Supportershome. Daar zit namelijk het kwaliteitsverschil in mens zijn. Henkie is van toegevoegde waarde en is niet laf, Johan kruipt na zijn geniepige praatje terug in zijn hol.

Ik ben blij dat Henkie een baas heeft die voor hem blijft staan. Ondanks wat gemopper op ‘Henkie’ laten de fans van FC Groningen hem nooit als mens vallen, zoals Johan dat wel bewust doet. Ik denk dat wij die blaadjes van Johan in de winkel maar moeten verscheuren, want mensen zoals hij zijn er al teveel in Nederland. Mijn vader heeft gelijk, Johan was niet alleen een simpele boerenkoolwerker, als mens deugt hij zeker niet en dat krijgen steeds meer mensen door. Iemand ziek maken is geen kunst, iemand beter maken wel.

Kop d’r veur, Luciano!

John Schurer
Voorzitter Supportersvereniging FC Groningen