Aanvullende informatie gedupeerden Excelsior-uit

Zoals besproken op de bijeenkomst voor gedupeerde supporters op 21 februari, komen we terug op enkele gestelde vragen en zaken die we uitgezocht hebben. Hieronder zullen we per onderwerp ingaan op de diverse zaken.


Eventueel stadionverbod opgelegd door KNVB
Op dit moment (22 februari) zijn er bij de KNVB geen meldingen binnengekomen met betrekking tot een eventueel stadionverbod inzake de strafbeschikkingen die zijn verstuurd. De zogenaamde “doormelding” van een stadionverbod moet komen vanuit het openbaar ministerie. Een commissie van de KNVB besluit dan of de tenlastelegging terecht is en dat er hierbij een stadionverbod moet worden uitgedeeld. Wanneer er wordt besloten om daadwerkelijk een stadionverbod op te leggen, krijgt FC Groningen hier een melding van.

Er staat geen termijn voor het indienen van een dergelijke melding. Dit betekent dat het OM bijvoorbeeld eerst afwacht of er ook verzet wordt ingediend en pas daarna zal overgaan tot doormelding. Bij een overtreding van de APV wordt er een stadionverbod van 9 maanden opgelegd.

De KNVB legt stadionverboden op overeenkomstig de in de Richtlijn termijn stadionverboden genoemde termijnen. Indien een stadionverbod van tenminste twaalf maanden wordt opgelegd, wordt ook een boete opgelegd:

• voor personen in de leeftijdscategorie van 12 tot 16 jaar bedraagt de geldboete 100 euro
• voor personen in de leeftijdscategorie van 16 tot 18 jaar bedraagt de geldboete 250 euro
• voor personen vanaf 18 jaar bedraagt de geldboete 450 euro

Justitieel register
In Nederland bepaalt de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens welke gegevens over iemand in het register worden opgenomen en hoe lang die bewaard worden. Dit register wordt het Justitieel Documentatie Register genoemd. Uit dit register kan een uittreksel worden verkregen het zogenoemde : uittreksel justitiële documentatie, dat een (historisch) overzicht bevat van justitiële antecedenten en wordt in het maatschappelijk verkeer vaak als ‘strafblad’ aangeduid. De gegevens worden beheerd door de Justitiële Informatiedienst (JustID) te Almelo, vaak worden informatieverzoeken hieromtrent via de Dienst Justis (Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening) afgehandeld.

Een strafblad wordt aangemaakt na strafrechtelijke veroordeling voor een overtreding of een misdrijf. De tijd dat het strafblad blijft bestaan is 5 jaar voor overtredingen en 30 of 20 jaar voor misdrijven. Deze termijn gaat in na onherroepelijke afdoening van de strafzaak. De termijn voor misdrijven kan onder sommige omstandigheden verlengd worden:

Indien in het vonnis een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van drie jaar of langer op is gelegd, wordt de termijn van deze straf opgeteld bij de periode van 30 jaar. Indien de onvoorwaardelijke straf langer is dan drie jaar, maar het ook een delict betreft waarop de maximale straf 8 jaar of langer is, wordt 10 jaar opgeteld bij deze termijn. Zodoende wordt een maximale termijn van 40 jaar gehanteerd.

Een andere uitzondering zijn zedendelicten (art 240b t/m 250 Sr). Deze gegevens blijven altijd bewaard en worden pas 20 jaar na het overlijden van betrokkene verwijderd.

Indien een veroordeling plaats heeft gevonden conform het jeugdstrafrecht, ofwel overeenkomstig Art. 77g t/m 77gg Sr, gelden ook een aantal uitzonderingen. Indien de delicten gepleegd zijn terwijl betrokkene 16 jaar of ouder was, gelden dezelfde gegevens als voor volwassenen. Was betrokkene 15 jaar of jonger, dan dient een aantal andere criteria gehanteerd te worden.

Registratie
In het ‘Besluit justitiële gegevens’ (hierna: Besluit) is uitdrukkelijk geregeld welke justitiële gegevens in de justitiële documentatie worden geregistreerd. Kortweg komt het erop neer dat, in alle gevallen waarbij iemand die 12 jaar of ouder is, als verdachte van een misdrijf wordt aangemerkt, er een registratie plaatsvindt in de justitiële documentatie. Dit geldt ook voor een groot aantal overtredingen, maar daarbij is wel sprake van een ‘ondergrens’. Er moet sprake zijn van een vrijheidsstraf, een voorwaardelijke straf of de opgelegde boete/transactie moet tenminste 100 Euro bedragen.

De wet gaat uit van een zo volledig mogelijke registratie. Uitgangspunt daarbij is dat ‘alle’ beslissingen van het Openbaar Ministerie en ‘alle’ uitspraken van de Rechterlijke Macht dienen te worden geregistreerd. Dat betekent dat ook de zgn. niet-onherroepelijke gegevens, waartegen nog verzet of beroep ingesteld kan worden, in de justitiële documentatie worden geregistreerd. De aldus geregistreerde gegevens worden op verzoek aan de in het Besluit justitiële gegevens genoemde instanties/personen verstrekt.

In de justitiële documentatie worden alle misdrijven geregistreerd, alsmede een groot aantal overtredingen, mits aan onderstaande genoemde voorwaarden wordt voldaan:
misdrijven, waarvan het proces-verbaal door het Openbaar Ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad op grond van artikel 76 van de Wet op de rechterlijke organisatie in behandeling is genomen,
• een aantal specifiek aangegeven overtredingen, waarvan het proces-verbaal door het Openbaar Ministerie in behandeling is genomen,
overtredingen waarin het Openbaar Ministerie een beslissing inzake de totstandkoming van een transactie van 100 Euro of meer, alsmede de beslissing tot niet verdere vervolging van de zaak, tenzij er voorwaarden zijn gesteld, of waar de rechter een al dan niet onherroepelijke beslissing heeft genomen voorzover een taakstraf of vrijheidsstraf, anders dan vervangende, is opgelegd of een geldboete van minimaal 100 Euro, alsmede de zaken waarin een bijkomende straf is opgelegd. Dit laatste is vastgelegd in artikel 3 onder a van het Besluit, zoals hieronder vermeld:

Artikel 3
Met betrekking tot overtredingen worden als justitiële gegevens aangemerkt:
• a. de in de artikelen 6 en 7, eerste lid, vermelde gegevens van zaken waarin het openbaar ministerie een beslissing tot afdoening van de zaak heeft genomen met uitzondering van de beslissing tot uitvaardiging van een strafbeschikking waarin uitsluitend een geldboete wordt opgelegd die minder dan € 100,– beloopt alsmede de beslissing tot niet verdere vervolging van de zaak, tenzij voorwaarden zijn gesteld aan laatstgenoemde beslissing;
Hierop zijn echter uitzonderingen. Deze zijn vastgelegd in artikel 4 en 5. Een aantal overtredingen worden wel geregistreerd. Er moet dan gedacht worden aan straatschenderij oftewel baldadigheid op straat (artikel 4 lid 2 onder a). Hieronder de betreffende artikelen.

Artikel 4
1.In afwijking van artikel 3 worden met betrekking tot de in het tweede lid genoemde overtredingen als justitiële gegevens aangemerkt de in de artikelen 6 en 7 vermelde gegevens van zaken waarvan het proces-verbaal door het openbaar ministerie in behandeling is genomen.
2.De overtredingen, bedoeld in het eerste lid, zijn:
a. de overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen, genoemd in Titel I van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
b. de overtredingen betreffende de openbare orde, genoemd in Titel II van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
c. de overtredingen inzake fraude, bedoeld in de artikelen 447c en 447d van het Wetboek van Strafrecht;
d. de overtreding betreffende de zeden, genoemd in Titel VI van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
e. de ambtsovertredingen, genoemd in Titel VIII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht;
f. de overtredingen van de Wet op de economische delicten;
g. de overtreding van artikel 30, eerste, tweede en vierde lid, juncto artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
h. de overtreding van artikel 34, derde lid, juncto artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
i. de overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
j. de overtreding van de artikelen 19, 20, onderdeel a, 21, onderdeel a, en 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 juncto bord A1 of A3 van bijlage 1 voorzover het betreft motorrijtuigen, elk indien de maximumsnelheid met meer dan dertig kilometer per uur is overschreden;
k. de overtreding van artikel 8.06, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement en artikel 5.01 Binnenvaartpolitiereglement juncto verkeersteken B6 of een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken als bedoeld in artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer voorzover het betreft kleine schepen, elk indien de maximumsnelheid met meer dan vijfentwintig kilometer per uur is overschreden;
l. de overtredingen van de Vreemdelingenwet 2000;
m. de overtredingen van de Wet op de kansspelen;
n. de overtredingen van de Wet wapens en munitie;
o. de overtredingen van de Drank- en Horecawet;
p. de overtredingen van de Flora- en faunawet.
3.Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op zaken die door de procureur-generaal bij de Hoge Raad in behandeling zijn genomen en waarvan de Hoge Raad ingevolge artikel 76 in eerste instantie en tevens in hoogste ressort kennis neemt.

Artikel 5
• 1. Als justitiële gegevens worden aangemerkt de strafbeschikkingen uitgevaardigd op grond van artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering, met uitzondering van de met betrekking tot overtredingen uitgevaardigde strafbeschikkingen waarin een geldboete wordt opgelegd die minder dan € 100 beloopt.
• 2. Artikel 7, eerste lid, onderdelen c en h, is van overeenkomstige toepassing.
Wat wordt er geregistreerd?

Er zijn een aantal gegevens die worden geregistreerd, daarbij kan onder andere gedacht worden aan persoonsgegevens en de strafbeschikking. In de artikelen 6 en 7 van het Besluit is vastgelegd welke gegevens worden geregistreerd.

Artikel 6
1.Met betrekking tot natuurlijke personen worden als justitiële gegevens aangemerkt:
a. de geslachtsnaam en voorvoegsels;
b. de voornaam of voornamen;
c. het adres;
d. de geboortegemeente of geboorteplaats alsmede het land van geboorte;
e. de geboortedatum of, indien onbekend, het geboortejaar;
f. persoonsidentificerende nummers, en
g. de nationaliteit.
2.Met betrekking tot rechtspersonen worden als justitiële gegevens aangemerkt:
a. de naam;
b. de rechtsvorm;
c. de statutaire vestigingsplaats;
d. de feitelijke plaats van vestiging, waaronder begrepen het adres en het land, en
e. het nummer waaronder de onderneming overeenkomstig de Handelsregisterwet 1996 in het handelsregister is ingeschreven.

Artikel 7
1. Voorzover van toepassing worden als justitiële gegevens als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 9 aangemerkt:
a. alle beslissingen die door het openbaar ministerie of de rechter zijn genomen, met uitzondering van:
1°. de beslissing tot niet vervolgen omdat de betrokken persoon ten onrechte als verdachte is aangemerkt;
2°. de beslissing tot niet vervolgen na vaststelling van een rechtmatige geweldsaanwending van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren;
b. het parketnummer;
c. de strafbepalingen van het strafbare feit;
d. de kwalificatie van het strafbare feit;
e. de maatschappelijke classificatie van het strafbare feit;
f. de datum waarop of periode waarin het strafbare feit zich heeft voorgedaan;
g. indien het feit is geseponeerd:
1º. de datum van de beslissing;
2º. de sepotcode en de bijkomende sepotgrond of sepotgronden;
3º. de bij de beslissing tot voorwaardelijk seponeren gestelde voorwaarden;
4º. de datum waarop aan alle gestelde voorwaarden is voldaan;
h. indien over het feit bij strafbeschikking is beslist:
1°. de datum waarop de strafbeschikking is uitgevaardigd;
2°. de opgelegde straffen, maatregelen en aanwijzingen;
3°. de datum waarop de strafbeschikking onherroepelijk is geworden;
4°. de datum waarop de strafbeschikking volledig ten uitvoer is gelegd;
5°. de aanduiding dat de strafbeschikking kan worden aangemerkt als een gegeven als bedoeld in de artikelen 10, 11 of 12 van de wet alsmede de datum waarop dat gegeven niet langer als zodanig kan worden aangemerkt;
i. indien een voorlopige maatregel op grond van de Wet op de economische delicten is opgelegd:
1º. de aanduiding van de voorlopige maatregel;
2º. de beëindiging, verlenging, wijziging, intrekking of opheffing;
j. indien over het feit bij rechterlijke uitspraak is beslist:
1º. het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan;
2º. de datum van de uitspraak;
3º. de inhoud van de uitspraak, waaronder de kwalificatie van het feit en de daarbij betrokken strafbepalingen;
4º. alle voorwaarden die bij een beslissing zijn opgelegd;
5º. de datum waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden;
6º. de datum van het vermoedelijke einde van een proeftijd;
7º. de aanduiding of de uitspraak kan worden aangemerkt als een gegeven als bedoeld in de artikelen 10, 11 of 12 van de wet alsmede de datum waarop dat gegeven niet langer als zodanig kan worden aangemerkt;
k. indien de rechterlijke beslissing ten uitvoer is gelegd;
1º. de datum en de wijze waarop de tenuitvoerlegging is beëindigd;
2º. de datum en de wijze waarop de taakstraf of vrijheidsstraf is aangevangen en beëindigd;
3º. indien de volledige tenuitvoerlegging niet is gerealiseerd, de datum van tenuitvoerlegging van de vervangende straf;
l. de datum van invrijheidstelling.
2. Als justitiële gegevens als bedoeld in de artikelen 2 en 4, worden voorts aangemerkt:
a. het arrondissementsparket of ressortsparket dat de zaak in behandeling heeft genomen;
b. de datum van ontvangst van het proces-verbaal bij het arrondissementsparket of ressortsparket;
c. de datum waarop de procureur-generaal bij de Hoge Raad op grond van artikel 76 van de Wet op de rechterlijke organisatie de zaak in behandeling heeft genomen.

VOG
Voor het VOG-onderzoek wordt het Justitieel Documentatie Systeem geraadpleegd. In dit register staan gegevens over de afwikkeling van strafbare feiten vermeld, van onherroepelijke veroordelingen tot sepots en transacties. Daarnaast kunnen politieregistergegevens in het onderzoek worden betrokken en kunnen inlichtingen bij het Openbaar Ministerie en de Reclassering worden ingewonnen. De functie waarnaar gesolliciteerd wordt en natuurlijk ook soort van overtreding en/of misdrijf die geregistreerd zijn en de sanctie(s) daarop, zijn afhankelijkheden om te kunnen beoordelen of deze van invloed kunnen zijn op het krijgen van een verklaring omtrent het gedrag.

De aanwezigheid van een strafblad kan betekenen dat men bijvoorbeeld geen visum, verblijfsvergunning of wapenvergunning krijgt (bijvoorbeeld als sportschutter), althans, niet binnen een bepaalde periode (gewoonlijk acht jaar, vier jaar voor jeugdstrafrecht). Ook kan het hebben van een strafblad gevolgen hebben voor de uitoefening van bepaalde beroepen als advocaat, docent, deurwaarder, beëdigd vertaler, politieagent, notaris enz.

Vaak zullen er voor dergelijke verzoeken aanvragen gedaan moeten worden, die in verschillende mate van ‘diepgaand onderzoek’ uitgevoerd zijn. Iemand die solliciteert als politieagent zal van onbesproken gedrag moeten zijn. Gaat het om de aanvraag van een visum dan wordt vaak na de gewoonlijke periode (8 jaar volwassenen, 4 jaar jeugd) geen melding meer gegeven.

Inzage documentatie
Als men gebruik wenst te maken van de mogelijkheid tot inzage in de systemen van de Justitiële Informatiedienst, dient er een schriftelijk verzoek ingediend te worden bij de Frontoffice van de Justitiële Informatiedienst. Dit kan zowel schriftelijk als door het sturen van een e-mail naar info@justid.nl. Dit verzoek, zowel schriftelijk als via de e-mail moet voorzien zijn van naam, adresgegevens en telefoonnummer en dient vergezeld te gaan van een kopie van het identiteitsbewijs.

Daarna wordt de aanvrager vervolgens schriftelijk geïnformeerd wanneer de gegevens kunnen worden ingezien bij de griffie van de arrondissementsrechtbank in het gebied waar de aanvrager woonachtig is. Voor het recht op kennisneming van deze gegevens is volgens artikel 36 van het Besluit een vergoeding van € 4,54 verschuldigd.

Daarnaast kunnen gegevens worden gewijzigd of verwijderd. De geregistreerde gegevens worden alleen gewijzigd als duidelijk is dat deze qua inhoud afwijken van het rechterlijke vonnis. Voor verwijdering is het echter noodzakelijk dat door middel van een onderzoek door het Openbaar Ministerie wordt vastgesteld dat de betrokkene onterecht als verdachte is aangemerkt, bijvoorbeeld als gevolg van een persoonsverwisseling.

Wanneer is het jeugdstrafrecht van toepassing?
Als een persoon jonger is dan 18 jaar op het moment dat hij/zij een overtreding/misdrijf begaat, dan is het jeugdstrafrecht van toepassing. Het jeugdstrafrecht is milder dan het volwassenenstrafrecht. Soms kan een rechter bepalen dat iemand toch onder het (volwassenen)strafrecht valt als diegene 16 of 17 jaar is. De betrokkene moet dan wel iets gedaan hebben dat als een ernstig strafbaar feit kan worden aangemerkt. Omgekeerd kan het ook: vanwege de pleegdatum kan betrokkene als 18-, 19- of 20-jarige onder het jeugdstrafrecht vallen.

De leeftijd van de geregistreerde of het feit dat er jeugdstrafrecht is toegepast, speelt bij de informatieverstrekking, in afwijking tot voorheen, een veel kleinere rol. Alleen bij verstrekking van ‘Bepaalde gegevens’, zoals bedoeld in de artikelen 11 t/m 13 van het Besluit justitiële gegevens worden op grond daarvan nog beperkingen toegepast. Daarbij zijn dan ook de termijnen gedurende welke justitiële gegevens worden verstrekt korter.

Als de rechter namelijk het jeugdstrafrecht heeft toegepast dan worden deze gegevens in dat kader alleen verstrekt als:

1. de veroordeelde op het moment van het begaan van het strafbare feit
tenminste 16 jaar was;
2. de jeugdige is veroordeeld wegens een misdrijf en daarbij onderstaande
straffen geheel of deels onvoorwaardelijk zijn opgelegd:
• jeugddetentie;
• geldboete van meer dan honderd euro;
• een alternatieve sanctie met een duur van meer dan veertig uren of
• plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.

De betreffende justitiële gegevens worden, indien bij de veroordeling jeugddetentie of plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, daarbij na verloop van een termijn van vier jaren niet meer verstrekt. In de andere gevallen is de termijn twee jaren. Nogmaals: dit betreft alleen de verzoeken om ‘bepaalde gegevens’. In de resterende gevallen gelden de normale termijnen. Voor specifieke vragen kan contact opgenomen worden met de Frontoffice van de Justitiële Informatiedienst via info@justid.nl of via telefoonnummer: 088 – 998 90 00.

Wat betekent dit voor supporters die een strafbeschikking hebben gekregen?
De supporters die een strafbeschikking hebben gekregen worden verdacht van het plegen van een overtreding. In dit geval een overtreding van een Algemene Plaatselijke Verordening. In het algemeen geldt dat dit soort beschikkingen niet worden opgenomen in het Justitieel Documentatie Systeem zoals ook blijkt uit artikel 3 van het Besluit. Echter door een medewerker van JustID is verzekerd dat in het geval van deze overtreding de gegevens wel als justitiële gegevens worden aangemerkt en daardoor worden geregistreerd in het register. Een reden hiervoor is niet gegeven. Er kan gedacht worden dat aansluiting wordt gezocht bij artikel 4 waarin een aantal overtredingen wel wordt geregistreerd. De vraag blijft of dit gevolgen heeft voor de afgifte van een VOG. Daarvoor moet gekeken worden naar de screeningsprofielen. Daarin wordt aangegeven waaraan men toetst bij de afgifte van een VOG bij bepaalde beroepen. Hierbij kan gedacht worden aan iemand die taxichauffeur wil worden maar een aantal keren voor drank op achter het stuur is beboet. Deze zal geen VOG krijgen. Hetzelfde geldt voor degene die is veroordeeld voor fraude maar weer een financiële functie wil aanvaarden. Deze zal ook geen VOG krijgen. Klik hier voor de screeningsprofielen.

Er werd nog als tip gegeven door de JustID medewerker dat degene waarvan de gegevens zijn opgenomen het beste een verzoek kunnen doen om inzage in hun dossier, zodat men dan kan kijken wat er exact is vastgelegd.

Naast dit alles bestaan er ook nog andere boetes en transacties. Hieronder algemene informatie.

Boetes en transacties
Verkeersovertredingen die onder de Wet Mulder vallen worden niet geregistreerd in het Justitieel Documentatie Systeem en staan dus niet op het strafblad. Dit zijn boetes van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) voor bijvoorbeeld te hard rijden en zijn herkenbaar aan de letter ‘M’ die rechtsboven op de boete staat.

In het geval van een overtreding of een (eenvoudig) misdrijf, kan de officier van justitie ervoor kiezen om via het CJIB een transactievoorstel te doen, herkenbaar aan de letter ‘T’ die rechtsboven op de boete staat. Dit is een “schikkingsvoorstel” van het Openbaar Ministerie: de verdachte koopt als het ware de strafvervolging af en hoeft dus niet voor de rechter te verschijnen. Een transactievoorstel is geen formele schuldverklaring, maar door het afkopen kan hij niet meer voor hetzelfde feit worden vervolgd.

Een transactievoorstel wordt in de meeste gevallen wél opgenomen als aantekening in de justitiële documentatie. Een aantekening heeft minder verstrekkende gevolgen dan de registratie van een veroordeling. Het Besluit justitiële gegevens regelt dat transacties van misdrijven worden opgenomen in de justitiële documentatie. Voor overtredingen geldt hetzelfde, echter met uitzondering van transacties beneden de € 100,– en de beslissing tot niet verdere vervolging van de zaak (alleen in het geval dat hier geen voorwaarden aan zijn opgelegd). Afgifte van visa voor vakanties of stages worden doorgaans niet beïnvloed door een transactie-aantekening. De autoriteiten die een visumverzoek controleren hebben geen beschikking over de volledige registratie. Door een wettelijke uitzondering blijven aantekeningen “geheim” voor visumverstrekkers. Wel kan de afgifte van de ‘verklaring omtrent het gedrag’ belemmerd worden door een aantekening. Dit hangt geheel af van de grootte van de registratie en het doel waarvoor de verklaring nodig is.

Namens Juridische Commissie Supportersvereniging FC Groningen,

Dian de Bruijn & Linda van der Heide

Bronnen:
www.justid.nl
www.overheid.nl
www.rijksoverheid.nl