Dagdromen

Zo op de grens van 2018 zie je allerlei terugblikken op het afgelopen jaar. Ik ben daar niet zo van, ik kijk liever vooruit, en dan liefst met de ogen dicht en fantaserend wat er voor moois zou kunnen gebeuren. Mijmeren zonder rem er op.

Het is half juli 2018. De eerste training in Haren van de FC. Ruim 5000 man langs de kant. De eerste 23 spelers zijn voorgesteld en dan valt er een grote stilte. Supporters in grote afwachting. En daar komt hij het veld op, met nummer 10, in het tenue dat hem als jeugdspeler al zo goed stond. Arjen Robben is terug bij zijn, en ons, geliefde clubje. Het is dus toch echt waar, want zo zijn wij Groningers, eerst zien en dan geloven. De seizoenkaarten vliegen over de toonbank. En dan, zondag 19 augustus, de eerste wedstrijd van het seizoen, uitgerekend Heerenveen op bezoek. Gekkenhuis op de tribunes. Na 85 minuten 2-2 in een knotsgekke wedstrijd. En dan de bal aan de rechterzijlijn bij Arjen. Je weet wat er komen gaat, daar hoef je geen dagdromer voor te zijn. Hij snijdt naar binnen, passeert een paar pompebleden en boem, stijf in het linkerkruis, 3-2. En zo gaat dat een seizoen lang, hij neemt Bacuna, Reis, Absalem, Doan en de andere jongelingen bij de hand. Linksbacks als Dijks, Nelom en Brenet melden zich voor de confrontatie met de FC opeens geblesseerd af. Arjen niet, de man van glas, blijft 34 wedstrijden blessurevrij.  A la Dirk Kuijt, maakt hij het verschil in de eredivisie. En uiteraard is hij degene die in mei 2019 in Eindhoven de allerbeslissende penalty binnen schiet. Vanaf Zwolle staan de viaducten vol richting stad. Kinderen uit Pekela, Haren of Roden zie je niet meer lopen in shirts van Ajax of Feyenoord, nee, iedereen is trots op hun eigen lokale groen-wit. In Groningen volgt er nog één aardbeving, veroorzaakt door de feestvreugde in het Stadspark. Maar Nijland is niet de NAM, alle schade wordt keurig door de FC vergoed.

Ik schrik op. Kijk wat geschrokken naar mijn vriendin naast me op de bank. Moet een raar gezicht zijn, iemand met de ogen dicht, die stralend en lachend op de bank zit, af en toe juichend de armen omhoog heffend. Gelukkig heeft ze niks meegekregen. Maar wat zou het alleen al mooi zijn als Arjen “gewoon” nog één seizoen het groen-wit zou dragen zonder verwachtingen van een kampioenschap. Als liefde voor zijn club. En daarmee zorgt dat er minder groene stoeltjes te zien zijn in het stadion, waarbij die dalende trend omgebogen wordt. Arjen, als je dit leest, denk er eens over.

Oké, nog een keertje de ogen dicht doen. Deze keer denkend aan de Supportersvereniging zelf. Aan al die mensen die zich geheel vrijwillig vol overgave inzetten voor de SV. Op allerlei gebieden. Ik loop het Supportershome in en zie allemaal blijde gezichten na weer een spektakelstuk van de FC. Zeg maar, allemaal wedstrijden als de tweede helft tegen PSV. Mensen moeten met een biertje in de hand eerst hun hartslag weer op normaal en veilig niveau zien te krijgen. Na de wedstrijd komen de spelers die zin hebben in groten getale naar het home, om zich te mengen onder hun supporters. De sponsorborden zijn helemaal gevuld en alle supporters hebben het over de nieuwe d’Olle Grieze. “Heb je de schitterende verhalen gelezen?” “Wat is mooi blad geworden, ik heb VI opgezegd, want lees liever dit blad 4x”. Mensen lopen naar buiten en komen dan langs een prachtige Memorial Wall, waar overleden supporters worden geëerd. Wanneer ik thuis kom, heb ik geen mailtjes meer van supporters die onder het bier naar huis zijn gegaan, omdat de supporters in het uitvak zich niet konden gedragen. Ondanks dat het net voor het uitvak weg is. We kunnen gewoon naar uitwedstrijden toe, zonder verplicht omwisselen op regenachtige ongure parkeerplaatsen ergens in het land. En mocht het eens code oranje zijn, dan besluit de KNVB gewoon de avond ervoor in al zijn wijsheid het programma er dan maar uit te gooien. Want ook daar is het besef doorgedrongen dat je voetbal speelt voor het publiek.

Weer schrik ik op. Nog steeds geen rare blikken gelukkig. Wat zou dit toch ook allemaal geweldig zijn. Maar dan gaan mijn gedachten toch nog even terug naar 2017. En ik bedenk me dan dat voetbal heel erg belangrijk is in mijn leven en van vele anderen, maar het is en blijft toch bijzaak. Na een waardeloze pot ben je even chagrijnig, een bal binnenkant paal erin of eruit bepaalt je dag, maar moet je je daar doorlaten leiden? Wanneer had ik afgelopen seizoen kippenvel in het stadion? Voor de wedstrijd tegen Sparta. Een minuut applaus voor de overleden supporters. En er zijn leden van de Supportersvereniging die een partner of familielid zijn verloren, die ernstig ziek zijn geworden of ander leed hebben doorgemaakt. Waardoor het leven wel opeens stil staat. En ik heb gezien hoe onze vereniging voor deze mensen een steun kan zijn in deze tijden. Andere leden gaan om ze heen staan en bieden soms een schouder en soms een opbeurend woord. En in mijn ogen gaat het daar om, zowel bij je liefde voor een club als bij de Supportersvereniging. Dat je je er thuis voelt, er vrienden hebt, een gezamenlijke band, voor en achter elkaar staat, in en buiten het stadion, in voor- en in tegenspoed. Als onze Supportersvereniging een klein beetje warmte kan brengen bij leden die het nodig hebben, dan heb ik er af en toe wel 90 minuten balen op de tribune voor over, dan maar geen kampioen.

Op een mooi 2018!

John de Jonge

Voorzitter Supportersvereniging