Beschouwing: Waarom de Super League een zegen kan zijn

Het seizoen 2020-2021 is het seizoen geworden waarin de coronapandemie de rode draad vormde en lege stadions het beeld bepaalden. Alle clubs in Europa hebben last van de gevolgen van het coronavirus en proberen te overleven door overheidssteun en steun van supporters en sponsoren. Clubs als FC Groningen, Ajax en Fortuna Sittard, maar ook en misschien wel vooral clubs als FC Eindhoven, TOP Oss en Go Ahead Eagles.

De problemen gelden voor clubs in heel Europa, want inkomsten uit entreegelden en catering zorgen voor dertig tot soms wel negentig procent van het budget van Europese voetbalclubs. Overal hoor je dan ook geluiden dat clubbestuurders zo blij zijn met supporters en sponsoren en niet zonder hen kunnen; dat het vooral supporters en sponsoren zijn die de clubs er in de coronacrisis doorheen slepen. Heel bijzonder is dan ook dat je nergens hoort of leest dat clubbesturen of sportbonden hier op anticiperen richting de toekomst.

Als supporters het hadden gewild en hun clubliefde opzij hadden gezet, had misschien wel de helft van alle clubbesturen van clubs in heel Europa kunnen solliciteren naar een nieuwe baan, want dan waren veel clubs al omgevallen. Dit klinkt heel rigoureus, maar ik denk dat het daadwerkelijk zover was gekomen. En wat als COVID-19 nog een jaartje z’n gang gaat en er weer een beroep op onze clubliefde wordt gedaan? Er is een keer een grens.

Er is een gezegde dat luidt: ‘Wie betaalt, die bepaalt’, maar het gekke is dat dit in het Europese voetbal slechts deels zo is. De rijke eigenaren van puissant rijke clubs bepalen wél, ja. Maar betalen wij als supporters ook niet heel veel? Zowel direct, door seizoenkaarten en merchandise te kopen, als indirect, door alle vrijwilligersuren waar clubs van profiteren. Maar hoe zit het dan met onze zeggenschap binnen clubs of bonden? Dat is nagenoeg nihil. Dat is vreemd en daar moet wat aan gebeuren.

Super League

Gisteren hebben twaalf clubs besloten om een Europese Super League op te richten. Er zit geen Nederlandse club bij, maar toch is dit enorm belangrijk voor alle Nederlandse clubs en het Nederlandse betaalde voetbal. De clubs willen een gesloten eigen competitie, met maar één doel: meer geld verdienen. In totaal leden elf van deze twaalf clubs – de financiële cijfers van Liverpool moeten nog bekend worden – afgelopen seizoen een verlies van 1,38 miljard (!) In plaats van de bedrijfsvoering te veranderen en te bedenken hoe bezopen dit is, gaan ze nu een nieuw product ontwikkelen waar de grote meerderheid van hun eigen fans niet op zit te wachten.

Naast één van de basisprincipes van sport naast zich neer te leggen, namelijk de promotie- of degradatieregeling, leggen zij ook de wens van fans naast zich neer. Die hebben zich namelijk een tijd geleden al tegen een Super League uitgesproken. Dit is te lezen op de website van Fanseurope. Namens de Nederlandse supportersverenigingen heeft het Landelijk Supporterscollectief deze verklaring getekend. Het komt erop neer dat supporters willen dat hun clubs in de eigen competitie blijven spelen. Dit zijn dezelfde supporters die hun clubs in deze moeilijke tijden op de been houden en waarvan de clubs in kwestie zeggen dat ze deze mensen zogenaamd zo enorm missen.

Nieuwe opzet Champions League

Maar ook de timing van het oprichten van een Europese Super League is opvallend: net voor de besprekingen over de nieuwe opzet van de Champions League. Deze nieuwe opzet is, mits het startgeld niet herverdeeld wordt, misschien nog wel een grotere bedreiging voor de eredivisie. De UEFA bepaalt een format voor de Champions League voor vier jaar. Op dit moment zijn de besprekingen gaande voor de periode 2024-2028. Het voorstel is nu dat het toernooi uitbreidt naar 36 deelnemers, tegenover 32 nu. Daarnaast verdwijnt de huidige poulefase met groepen van vier teams. Deze wordt in de nieuwe opzet ingeruild voor één ranglijst van alle teams.

Tussen september en januari wordt er in deze Champions League 2.0 gespeeld in een eerste fase, waarbij elke deelnemer tien tegenstanders toegewezen krijgt. Hierbij wordt rekening gehouden met het niveau van de teams op basis van de coëfficiëntenranglijst, om zo de kans op kansloze nederlagen te verkleinen. In dit zogenoemde ‘Zwitserse systeem’ spelen de sterkste teams niet meteen in de openingswedstrijden tegen elkaar, maar pas na ongeveer drie of vier speeldagen als de ranglijst enigszins is opgemaakt. De teams die vier wedstrijden winnen spelen dan tegen elkaar, teams die drie wedstrijden winnen, maar ook teams die nog puntloos zijn.

Het ‘Zwitserse systeem’ wordt bijvoorbeeld bij denksporten toegepast en de gedachte is dat het interessant is voor fans en rechtenhouders. Als er in de eerste maanden van een Champions League-seizoen meer wedstrijden zijn tussen de sterkste teams, levert dat meer sportieve spanning op, en dat betekent meer televisiegelden. Als iedereen vijf uit- en thuiswedstrijden heeft gespeeld is de eindstand bekend en plaatst de top-8 zich rechtstreeks voor de achtste finales. De nummers 9 tot en met 24 strijden om de overige acht tickets. In de knock-outfase speelt de koploper vervolgens tegen de nummer 16, de nummer 2 tegen de nummer 15, enzovoorts. In totaal worden er fors meer wedstrijden gespeeld. Over een heel seizoen 225 om 125 nu. Zoals de plannen nu zijn, krijgen ook de Europa League en de Conference League ditzelfde speelschema.

Gevaar

Volgens insiders wordt het ook een belangrijke verandering dat er géén doorstroming meer komt tussen de verschillende toernooien vanaf 2024. Nu vloeit de nummer drie uit een Champions League-poule af naar de Europa League na de winterstop. Als komend seizoen de nieuwe Conference League start, geldt hetzelfde principe. De nummer drie van een Europa League-poule stroomt dan door naar de Conference League. Als doorstroom niet meer mogelijk is, kan een Europees avontuur voor bijvoorbeeld clubs uit Nederland sneller afgelopen zijn. Er staat tegenover dat er vanaf 2024 meer clubs per land direct in de diverse hoofdtoernooien komen en niet langer via kwalificatieronden.

Maar een aantal vragen is nog niet opgelost. Naar welk land gaan bijvoorbeeld de vier extra plaatsen in de nieuwe opzet van de Champions League? Engeland, Spanje, Italië of Duitsland? En willen de grote clubs, vooral de ploegen die de Super League willen vormen, een groter percentage van de rechten? Nu is de verhouding vijftig procent voor de UEFA en vijftig procent voor de clubs. Bovendien ligt er ook een voorstel dat clubs niet alleen op basis van prestaties van het seizoen ervoor mogen deelnemen, maar ook op basis van historie. Stel je voor dat Juventus in een bepaald seizoen vijfde eindigt, dan mogen ze mogelijk wel meedoen op basis van hun historie. Absurd.

Wat is nu het gevaar van deze opzet voor de Nederlandse clubs? De kans is gemiddeld gezien immers groter dat ze eerder in de groepsfase van een Europa League of Conference League spelen dan de Champions League. Maar dat zit ‘m in de geldverdeling. Ajax is net uitgeschakeld in Europa en verdiende meer dan vijftig miljoen. Alleen al het bereiken van de groepsfase en deelname aan het toernooi leverde meer dan 35 miljoen op (15,3 miljoen euro startgeld en 19,9 miljoen euro via de coëfficiëntenranglijst). In 2024 loopt dit mogelijk op tot een bedrag van zeventig tot negentig miljoen.

Voetbal drijft weg van supporters en sponsoren

Ajax is nu al veruit de rijkste Nederlandse club en die verschillen blijven groeien. Dan zal de vraag niet zijn óf Ajax kampioen wordt, maar wanneer dat zal gebeuren. Het verschil tussen rijke en arme clubs wordt nog groter. En dat betekent weer een basisregel van sport die teniet wordt gedaan, want sport is alleen boeiend als er spanning is. Zolang de grote clubs de term solidariteit in de wind blijven slaan en niet beseffen dat ze de kleintjes ook nodig hebben om in de toekomst deel uit te kunnen blijven maken van een aantrekkelijke sport waarin genoeg geld te verdienen is en waar zij ook zeker nog tot de beste clubs behoren, zal het voetbal steeds verder afdrijven van hun supporters en sponsoren.

De Liverpools en Barcelona’s van deze wereld zullen er dan vooral zijn voor hun miljoenen tv-kijkers, voornamelijk Aziaten. Een stadionbezoek zal voor de gemiddelde Liverpudlian of socio niet meer te betalen zijn. Als er geen eerlijkere verdeling van de Europese gelden komt – bijvoorbeeld vijftig procent voor ploegen in de Champions League, dertig procent voor ploegen in de Europa League en twintig procent voor ploegen in de Conference League – dan ben ik voor de eerste optie. Maak die Europese Super League en laat ploegen toetreden die dat willen, maar geef dan je licentie in je eigen land op. Mocht je ooit terug willen, dan begin je onderaan de piramide. Bovendien maken de grote clubs na de toetreding tot de Super League ook geen deel meer uit van de UEFA, zodat ook daar dan beter te praten is over solidariteit, een win-winsituatie.

Uitdagingen

Desondanks blijven er een aantal uitdagingen over voor de bestuurders in ons land.

1) Ten eerste de Eredivisie CV (ECV) en de KNVB, die ik gisteren bij monde van Erik Gudde ook hoorde zeggen dat men in het voetbal niet naar supporters luistert, terwijl dat wel zou moeten. Haal elk seizoen een heel klein percentage uit van jullie totaalbudget, misschien nog geen half procent per club, en stort dat op rekening van het Landelijk Supporterscollectief. Dan kunnen zij bijvoorbeeld drie mensen in dienst nemen die bij alle vergaderingen aanwezig kunnen zijn waar plannen worden gemaakt of beslissingen worden genomen die rechtstreeks supporters en vooral stadionbezoekers in Nederland aangaan. Dan stel ik voor dat het collectief vertegenwoordigd wordt door iemand van een top-3 club, een andere eredivisieclub en een club uit de Keuken Kampioen Divisie. De ogen zullen open gaan, want clubs hebben jaren vergaderd en bakken geld uitgegeven voor de veranderagenda waar niks is uitgekomen. Supporters zijn veel eensgezinder. Bij veel vergaderingen tussen supportersverenigingen zijn stemmingen unaniem. Want een supporter van MVV heeft vaak dezelfde wensen als die van Feyenoord. Bovendien zullen besluiten op veel meer draagkracht kunnen rekenen als vooraf al supporters meegedacht hebben en inspraak hadden.

2) Bestuurders van clubs waarvan de aandelen nog niet bij een eigenaar liggen: ga met je supporters in gesprek om te bekijken hoe je zeggenschap, inspraak en eigendom vast kunt leggen met je supporters. Het Europees Parlement heeft in 2018 uitgesproken dat de 50+1- regel in het voetbal best practice is. Dit houdt in dat een club nooit de meerderheid van de aandelen en dus het zeggenschap moet verkopen. Bonden en clubs zijn door het Europees Parlement ook opgeroepen dit in te voeren. Begin daarmee en kijk vervolgens wie die aandelen beheren. In mijn opinie zouden dat supporters moeten zijn in de vorm van een vereniging met een democratische structuur. Want voetbalclubs zijn van de mensen, toch?

3) Eigenaren van clubs die wel een meerderheid van de club in handen hebben: wees geen alleenheerser binnen de club en luister naar de supporters. Geef ze formele inspraak. Als zij jouw club niet overeind houden, zijn jouw aandelen ook niks meer waard. Supporters zijn juist ook voor jou persoonlijk van groot belang. Bekijk de bestuursstructuur en geef ook supporters invloed. Of je nou eigenaar bent uit clubliefde of uit financieel gewin; in beide gevallen heb je er profijt van.

De hoogste tijd om de grote woorden waar te maken!

John de Jonge

Voorzitter Supportersvereniging FC Groningen