Een open brief van John de Jonge aan journalist Ernst Slagter

Beste Ernst, Aangezien jij in de briefwisseling met William Pomp in het Dagblad van het Noorden van dinsdag 16 april mij met name noemt, wil ik via deze weg graag reageren.

Ten eerste ben ik blij dat je niet aan mijn woorden twijfelt dat ik faliekant tegen het gooien van fakkels ben. Schat je me toch redelijk goed in, want dat is zeer verwerpelijk. Helemaal in een vak waar volwassen mensen en kinderen zitten, die rustig van een hopelijk mooie wedstrijd willen genieten.

En het liefst wilde ik ook gepast zwijgen, want dit individu heeft de discussie omtrent pyro voorlopig helemaal doodgeslagen. Dat er zondag met een brandende fakkel gegooid werd vind ik óók ontoelaatbaar en ik hoop dat degene die dit gedaan heeft fors gestraft wordt. En daar begint mijn punt. Jij zet mijn gesprek met Michael van Praag weg als kansloos. Daar ben ik het totaal mee oneens.

Blijf je niet in gesprek gaan hoe bepaalde zaken moeten worden opgelost, dan zullen de misstanden ook blijven gebeuren. Waarschijnlijk nu ook wel, want een voetbalstadion is net de normale maatschappij. Op een gemiddelde zaterdagavond gaan er 10.000 mensen de kroeg in om gezellig een biertje te doen; een klein aantal misdraagt zich en heeft andere intenties. Er rijden miljoenen auto’s op de weg; een aantal van hen zijn echte verkeershufters en veroorzaken (dodelijke) ongelukken.

Maar even terug naar de fakkels. Sinds de KNVB en clubs in januari hebben aangekondigd pyro-acties in stadions veel strenger aan te pakken, zie je het juist meer dan ooit in Nederlandse stadions. En gelukkig levert dat bijna altijd prachtige beelden op, die de hele wereld over gaan. Maar bij verbieden zit altijd een risico. Men gaat het dan illegaal doen, met mogelijk veel meer gevaarzetting. Onder doeken verstopt, er worden maskers opgezet om identificatie te voorkomen.

Kijk je naar mogelijke oplossingen dan kun je het (mogelijk) op een veel veiligere manier doen. Bovendien met veel meer sociale controle, want je kunt een bepaalde groep ook verantwoordelijk maken voor het juiste gebruik van pyro. Mocht het ook dan misgaan, dan kan ik niet anders dan mensen als Van Praag gelijk geven. Maar een ander onderwerp in mijn gesprek met Van Praag sluit hierop aan. Ga je op zoek naar mogelijkheden om het op een veilige manier te doen, dan kun je bij misstanden ook veel sneller een dader vinden. Vanwege de hierboven beschreven sociale controle.

Want waar Van Praag en ik het wél over eens zijn, is dat wij tegen het straffen van hele tribunes of tribunevakken zijn. Pak de dader, straf die flink, maar waarom moeten al die mensen die goed willen ook gestraft worden? Is en blijft een raar systeem. Doen we dan op zaterdag ook alle kroegen dicht? Of worden auto’s in de ban gedaan, nee toch? Waarom dan wel in een voetbalstadion? Ik ben het dan ook deels met je eens, we moeten zorgen dat die rotte appels het niet meer kunnen verpesten voor de grote massa.

Maar jij ziet dat als een taak voor mij, de voorzitter van de Supportersvereniging. Maar sorry Ernst, zoals je me wat betreft het gooien van fakkels goed inschat, overschat je mij hier toch behoorlijk. Ik ben niet verantwoordelijk voor iedereen die in een stadion zit. Ik kan aangeven wat ik wel of niet normaal vind, maar heb alsjeblieft niet de illusie dat een stadion in de toekomst de voorbeeldplek van de maatschappij zal worden door wat ik denk en zeg.

Ik probeer slechts een kleine bijdrage te leveren door zelf aan te geven hoe je een stadionbezoek veiliger en leuker kunt maken. Helaas zul je vrijwel altijd te maken hebben met individuen die het voor de rest verpesten. De verantwoordelijkheid die ik wel kan en heel graag wil nemen is dat ik bij deze, en ik denk mede namens bijna alle FC Groningen-supporters, mijn excuses aanbied aan de mensen in het thuisvak van sc Heerenveen en met name de persoon die tijdens de wedstrijd tegen FC Groningen door de brandende fakkel werd geraakt. Dit had nooit mogen gebeuren.

Groet,

John de Jonge