Gabriel Gudmundsson: ‘Ik wil hier nog zo veel laten zien!’

Wat het Groningse woord ‘plof’ betekent? De wenkbrauwen van Gabriel Gudmundsson fronsen. ‘Die vraag had ik niet verwacht’, zie je hem denken. Als hij verontschuldigend zegt dat hij werkelijk geen idee heeft, gaan we terug naar 14 december 2019. FC Groningen pakte die dag een puntje op bezoek bij ADO Den Haag (1-1), maar wat van die wedstrijd vooral is bijgebleven is het doelpunt dat de Zweed die middag maakte, na een indrukwekkende rush op snelheid. ‘Alsof je op de brommer zat joh!’ Ditmaal lacht Gudmundsson. En of-ie dat nog weet. Hij wil de fans maar wat graag nog meer laten zien. Sinds die wedstrijd in Den Haag zit hij tot zijn eigen frustratie in de lappenmand.

Tekst: Merijn Slagter

‘Maar het gaat de goede kant op, ik zit lekker in mijn vel nu’, zegt hij. De lichaamstaal van de flankaanvaller straalt dat ook uit. Hij zit er ontspannen bij. Maar dat is in de voorbije maanden niet altijd zo geweest. ‘Ik heb absoluut rotmomenten gekend, maar daar moet je doorheen om er weer sterker uit te komen. Niet eens zozeer door mijn blessure zelf, vooral mentaal. Ik ben twintig jaar, wil aan het publiek van FC Groningen laten zien wat ik kan, maar dan moet je door je blessureleed gedwongen toekijken. Dan vreet je jezelf écht op’, zegt Gudmundsson hoofdschuddend, terwijl hij naar beneden kijkt. Plotseling recht hij zijn rug en wordt een brede glimlach op zijn gezicht zichtbaar. ‘Maar dat is geweest. Geloof me, ik wil hier nog zo veel laten zien!’

Herstel

De kwetsuur waar hij op doelt, komt bij voetballers te paard en gaat te voet: de hamstringblessure. ‘In die wedstrijd tegen ADO voelde ik het al een beetje, maar het was niets ergs. In januari kreeg ik ineens een terugslag’, blikt hij terug. Normaliter zou je na zo’n blessure na twee of drie weken alweer op het veld kunnen staan. ‘Maar ik moet het juist heel erg van mijn snelheid hebben en belast mijn hamstrings daardoor meer dan een gemiddelde speler. Althans, dat vermoed ik. Anders zou ik echt geen verklaring kunnen vinden. Voordat ik naar Groningen kwam, was ik zelden geblesseerd.’

Terwijl FC Groningen in de voorbije maanden definitief aansluiting probeerde te vinden bij de eerste acht ploegen in de Eredivisie, werkte Gudmundsson aan zijn herstel. ‘En daar heeft FC Groningen volgens hem absoluut de juiste faciliteiten voor. Ik kom honderd procent sterker terug, zowel fysiek als mentaal. Ik ken mijn lichaam nu nog beter dan voorheen.’

Gudmundsson vecht een duel om de bal uit met Feyenoorder Tyrell Malacia.

Gevoelsmens

De Zweedse jeugdinternational hoopt in de laatste fase van het seizoen van doorslaggevende waarde te zijn voor de Groningers. Dat er eigenlijk al sinds het vertrek van Filip Kostic echt diepgang wordt gemist op de linkerflank, was één van de redenen dat FC Groningen de belofte van Halmstads BK afgelopen zomer naar Nederland haalde. Bij Halmstads BK, dat momenteel op het één-na-hoogste niveau in Zweden (Superettan, red.) uitkomt, maakte Gudmundsson al op zestienjarige leeftijd zijn officiële debuut.

‘Het was afgelopen zomer een goed moment voor een volgende stap in mijn carrière, zodat ik me verder kan ontwikkelen’, stelt hij. Dat werd dus FC Groningen. ‘En wat ik nu ga zeggen klinkt misschien wat cliché als je eenmaal bij je nieuwe club zit, maar de keuze voor FC Groningen was een hele bewuste. Vooral omdat ik vind dat de Eredivisie bij mij past. En ik ben een gevoelsmens: de gesprekken met Groningen verliepen zo goed, dat ik vrij snel overtuigd was dat dit de juiste club voor mij zou zijn. Vanaf dat moment is het snel gegaan.’

Voorgangers

Dat Gudmundsson de nodige landgenoten heeft die het groen-witte shirt in het verleden ook al om hun schouders hesen, weet hij maar al te goed. De Zweed somt enkele namen klakkeloos op. ‘Nee, ik heb met niemand van hen contact gehad toen Groningen zich meldde. Maar het feit dat de meesten van hen goed in Groningen hebben gepresteerd, was voor mij al een goed teken’, legt hij uit.

Beelden op YouTube zorgden ervoor dat de flankaanvaller een nog beter beeld kreeg van zijn nieuwe werkgever. ‘Want het is niet zo dat als je in Zweden de televisie aan zet, er eredivisiewedstrijden van FC Groningen voorbijkomen. Als Ajax bijvoorbeeld tegen PSV speelt, wordt dat nog weleens uitgezonden, maar daarmee houdt het wel op’, lacht de jeugdinternational. Hij vindt FC Groningen en zijn voormalige club Halmstads overigens niet te vergelijken, al was het maar vanwege het niveau.

‘Halmstads is een stad met zo’n 120.000 inwoners. Groningen is een stuk groter en doet me denken aan sommige andere Zweedse steden; dat draagt eraan bij dat ik me hier snel thuis voelde. Bovendien woon ik niet alleen in Groningen, want mijn vriendin is meegegaan. Dat heeft me ook erg geholpen tijdens mijn revalidatie, want je staat er nooit alleen voor en hebt altijd iemand om op terug te vallen. Zij heeft het hier ook naar haar zin en combineert een online studie psychologie en bedrijfsmanagement.

Assistent-trainer Adrie Poldervaart stoomt Gudmundsson klaar voor een invalbeurt.

In de voetsporen van pa

Waar de Eredivisie maar mondjesmaat op de Zweedse beeldbuis te volgen is, zijn er ook competities die in Scandinavië wél volop in de schijnwerpers staan. Als Gudmundsson zijn jeugdjaren niet buiten met een bal te vinden was, zat hij het liefst voor de televisie om naar de Premier League te kijken. ‘En die volg ik nog steeds’, zegt de Zweed. Hij kreeg de liefde voor de rijkste competitie ter wereld dan ook met de paplepel ingegoten door zijn vader Niklas. Die speelde tussen 1988 en 2007 het grootste deel van zijn carrière in Zweden bij Halmstads BK en Malmö FF, maar speelde ook op Engelse bodem voor Blackburn Rovers en Ipswich Town.

‘Het had niet veel gescheeld of ik was in Engeland geboren, maar ik groeide uiteindelijk op in Malmö, waar hij naartoe verhuisde na zijn tijd in Engeland. Ik heb natuurlijk veel voetbaltips van mijn vader gekregen als kind. Mijn vader was als voetballer ook altijd heel snel, net als ik. Maar hij had ook dezelfde blessures als ik nu’, grijnst hij. ‘Dus het ging hem aan het hart dat ik de voorbije tijd moest toekijken in plaats van dat ik op het veld stond. Mijn vader heeft me geleerd om altijd positief te blijven, hoe zwaar de situatie ook is. En ik vond het vroeger leuk als mensen zeiden: ‘Kijk, dat is de zoon van Niklas Gudmundsson’, maar dat is mooi geweest’, zegt hij lachend. ‘Nu is het tijd om zelf naam te maken’, klinkt het stellig.

Tempo

En dat moet gebeuren op het veld. ‘In aanvallend opzicht valt er nog genoeg bij ons te verbeteren’, analyseert de flankaanvaller het Groningse aanvalsspel. ‘Ik wil doelgerichter worden en meer assists geven. Maar het belangrijkste is misschien nog wel om tempo in het spel te houden, zodat we als ploeg tot die assists en doelpunten komen. Als we het tempo hoog houden, komt dat allemaal vanzelf’, zegt Gudmundsson overtuigend.

Met twee doelpunten zonder assists in elf wedstrijden voor FC Groningen medio maart, weet hij in ieder geval waar winst te boeken valt op persoonlijk vlak. En of dat nou linksom of rechtsom gaat, maakt de twintigjarige Zweed niet uit. De kritische geluiden dat FC Groningen het accent te veel op de defensie legt, wuift hij dan ook weg. ‘Je hebt maar één doelpunt nodig om een wedstrijd te winnen, zo simpel kan het zijn. En ik wil daar mijn bijdrage aan leveren. Of beter gezegd: daar ga ik mijn bijdrage aan leveren, schrijf dat maar op. Ik verwacht in maart weer helemaal fit te zijn. En dan heeft de ploeg er weer een extra wapen bij voorin’, besluit hij strijdvaardig.